RvdW 2023/728
Internationaal privaatrecht. Toepasselijk recht op individuele arbeidsovereenkomst (art. 8 Verordening Rome I); vergelijking beschermingsniveau dwingendrechtelijke regels van objectief toepasselijk recht met dat van gekozen recht; HvJ EU 15 juli 2021, NJ 2021/373 (SC Gruber Logistics).
HR 23-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:969
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00636
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:969, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2022
- Wetingang
Art. 8 Rome I
Essentie
Internationaal privaatrecht. Toepasselijk recht op individuele arbeidsovereenkomst (art. 8 Verordening Rome I); vergelijking beschermingsniveau dwingendrechtelijke regels van objectief toepasselijk recht met dat van gekozen recht; HvJ EU 15 juli 2021, NJ 2021/373 (SC Gruber Logistics).
Samenvatting
Het HvJ EU heeft in punt 27 van het arrest Gruber Logistics (HvJ EU 15 juli 2021, NJ 2021/373, m.nt. L. Strikwerda) geoordeeld dat de juiste toepassing van art. 8 Verordening Rome I vereist, ten eerste, dat de nationale rechter het recht aanwijst dat bij gebreke van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.