NJ 1958/49:Diefstal of wederrechtelijk gebruik van motorrijtuig? „Zich toeëigenen" in de zin van art. 310 Sr. Onzuivere vrijspraak van diefstal.

NJ 1958/49

Diefstal of wederrechtelijk gebruik van motorrijtuig? „Zich toeëigenen" in de zin van art. 310 Sr. Onzuivere vrijspraak van diefstal.

Documentgegevens:

HR 10-12-1957, ECLI:NL:HR:1957:17, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 december 1957
Magistraten: Mrs. van der Meulen, Feber [Rapp.], van Berckel, Westerouen van Meeteren, Kazemier
Zaaknummer: [10121957/NJ_1958-49]
Conclusie: Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
Noot: Prof. Mr. W.P.J. Pompe
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS137127:1
Vakgebied(en): Archief (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1957:17, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑12‑1957
Wetingang: (Sr art. 310; WVW art. 37; Sv art. 430.)

Essentie

Diefstal of wederrechtelijk gebruik van motorrijtuig? „Zich toeëigenen" in de zin van art. 310 Sr. Onzuivere vrijspraak van diefstal.

Samenvatting

Het Hof heeft het niet bewezen zijn van het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening doen steunen op de stelling, dat onder zich toeëigenen in den zin van art. 310 Sr. niet kan zijn begrepen de daad van dengene die, na zich door verwrikking van een raampje de beschikking over een motorrijtuig te hebben verschaft, van dat motorrijtuig een tijdelijk en beperkt gebruik maakt, daarbij voornemens zijnde dit motorrijtuig onbeheerd achter te laten op een andere plaats dan waar hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.