NJ 1949/544
Verplichting van den huurder tot huurbetaling over den tijd, dat hij het genot van het gehuurde roerend goed heeft gemist tengevolge van de gedwongen evacuatie van Arnhem. Onmogelijkheid van rechtsuitoefening om redenen den huurder persoonlijk betreffende.
HR 17-06-1949, ECLI:NL:HR:1949:257, m.nt. Ph. A. N. H.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 1949
- Magistraten
Mrs. Donner, Nypels, Hijink, Van der Flier, Smits
- Zaaknummer
[17061949/NJ_1949-544]
- Conclusie
Berger
- Noot
Ph. A. N. H.
- JCDI
JCDI:ADS502151:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:257, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑1949
Conclusie, Hoge Raad, 15‑05‑1949
- Wetingang
Artt. 1584-636, 1589, 1596 B.W.
Essentie
Verplichting van den huurder tot huurbetaling over den tijd, dat hij het genot van het gehuurde roerend goed heeft gemist tengevolge van de gedwongen evacuatie van Arnhem.
Onmogelijkheid van rechtsuitoefening om redenen den huurder persoonlijk betreffende.
Samenvatting
Indien het gemis van huurgenot zijn oorsprong vindt aan zijde van den verhuurder, die door enig toeval verhinderd is geworden om den huurder het rustig genot te doen hebben, geldt de regel dat, indien bij een wederkerige overeenkomst de ene partij door overmacht verhinderd is te praesteren, ook de wederpartij (hier: de huurder) van zijn verplichting (hier: tot huurbetaling) is ontslagen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.