Einde inhoudsopgave
Voorzieningenstelsel Buitenlandtoeslagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA)
Artikel 4.1
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
20-06-2012, Stcrt. 2012, 13378 (uitgifte: 04-07-2012, regelingnummer: 2012-200612)
- Inwerkingtreding
06-07-2012, terugwerkend tot: 01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2012, Stcrt. 2012, 13378 (uitgifte: 04-07-2012, regelingnummer: 2012-200612)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Juridische beroepen / Rechter
Juridische beroepen (V)
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
De belanghebbende heeft bij verblijf in een gebied buiten Nederland en bij beëindiging van zijn verblijf in een gebied buiten Nederland, voor een verhuizing van en naar Nederland, voor hem en zijn gezin aanspraak op een verhuiskostenvergoeding.
2.
De tegemoetkoming in verhuiskosten, bedoeld in het eerste lid kan slechts bestaan uit:
- a.
een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de belanghebbende en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, tot maximaal 30 m3 (exclusief auto), waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken;
- b.
een bedrag voor dubbele woonkosten gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, naar analogie van artikel 7 van de Verplaatsingskostenregeling 1989.
- c.
een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten naar analogie van artikel 8 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 (VKB) en geregeld in de Verplaatsingskostenregeling 1989.
3.
Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten beiden rechterlijk ambtenaar zijn in de zin van dit besluit, dan wel de partner ambtenaar in de zin van het VUBZK en afzonderlijk de opdracht hebben om te verhuizen of zijn verplaatst, wordt de tegemoetkoming voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten als geregeld in artikel 8, lid 1, onderdeel c van het VKB, berekend over het gemiddelde van de gezamenlijke berekeningsbasis als bedoeld in artikel 1.1 onderdeel q. Elk van de betrokkenen heeft in dit geval aanspraak op een evenredig deel van de in de vorige volzin bedoelde tegemoetkoming.
4.
De berekeningsbasis, als bedoeld in artikel 1.1 onderdeel q, wordt vermeerderd met het bedrag dat wegens verblijf buiten Nederland aan betrokkene wordt toegekend.
5.
Indien de belanghebbende geen eigen huishouding voert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, verleend. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden verleend van 3% van de berekeningsbasis als bedoeld in artikel 1.1 onderdeel q.
6.
Bij een verplaatsing uit, naar en buiten Nederland kan de tegemoetkoming in verhuiskosten naast de in het tweede lid bedoelde bedragen slechts bestaan uit:
- a.
een bedrag voor de kosten verbonden aan het vervoer van de belanghebbende en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning en zonodig voor de overnachtingkosten;
- b.
een bedrag voor de kosten van een of meer reizen van de belanghebbende en van de gezinsleden, welke in het land van vertrek zijn gemaakt ter voldoening aan een oproep tot het vervullen van formaliteiten, vereist in verband met de reis.
7.
Bij een verplaatsing als bedoeld in het zesde lid worden onder de transportkosten, bedoeld in het tweede lid onderdeel a, mede verstaan:
- a.
een bedrag voor de verschuldigde belastingen bij invoer voor de bagage en de inboedel;
- b.
een bedrag voor de kosten van verzekering van de bagage en de inboedel tegen schade ten gevolge van of in verband met de verhuizing;
- c.
een bedrag voor de kosten van het inpakken van de gehele inboedel alsmede de kosten van demontage en montage van meubilair en afvoer van emballage;
- d.
voor zover geen emballage in natura wordt verstrekt, een bedrag voor de kosten van aanschaffing van emballage, zulks echter slechts onder beding dat de emballage na de verhuizing des gevorderd ter beschikking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt gesteld.
8.
Bij een verplaatsing naar een gebied buiten Nederland en terug kan — indien de tewerkstelling aldaar naar verwachting tenminste een jaar zal duren — de tegemoetkoming in verhuiskosten mede bestaan uit een tegemoetkoming in de kosten van het transport over zee van een aan de belanghebbende in eigendom behorende personenauto volgens nader door de Minister vast te stellen regels.
9.
Indien door de belanghebbende, bij zijn verblijf in een gebied buiten Nederland, geen kosten voor het transport van een personenauto in rekening worden gebracht, wordt aan hem op zijn verzoek een tegemoetkoming in de aanschaf van een personenauto verleend van € 600.
10.
Aan de belanghebbende kan — indien hij bij de aanvang van zijn verblijf in een gebied buiten Nederland of bij beëindiging daarvan nog geen woning kan betrekken — op zijn verzoek een vergoeding worden verleend van de kosten voor opslag van de inboedel in het land van aankomst tot maximaal de termijn van tijdelijke huisvesting.
11.
Aan de belanghebbende wordt bij een verplaatsing naar een gebied buiten Nederland, uiterlijk vóór de dag van vertrek, 10 werkdagen inschepingverlof verleend.
12.
De belanghebbende heeft aanspraak op 10 werkdagen ontschepingverlof. Het ontschepingverlof wordt aaneengesloten aan belanghebbende verleend direct aansluitend aan de dag dat hij in Nederland is teruggekeerd.