NJ 2021/217
Uitleg eis van tenuitvoerlegging eerdere straffen in art. 38m Sr.
HR 15-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2028, m.nt. J.M. ten Voorde
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/05415
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
J.M. ten Voorde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274878:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2028, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
- Wetingang
Art. 38m Sr
Essentie
Eis van tenuitvoerlegging van eerdere veroordelingen in art. 38m Sr strekt zich ook uit tot voorwaardelijk gedeelte van gedeeltelijk voorwaardelijk opgelegde straf.
Samenvatting
Voor de oplegging van de ISD-maatregel is onder meer vereist dat het feit is begaan nadat van drie veroordelingen de straffen of maatregelen ‘geheel’ ten uitvoer zijn gelegd. Deze eis van gehele tenuitvoerlegging van drie veroordelingen strekt zich ook uit tot het voorwaardelijke gedeelte van een gedeeltelijk voorwaardelijk opgelegde straf. Dat voorafgaand aan het feit waarvoor de ISD-maatregel wordt opgelegd een last tot tenuitvoerlegging is gegeven van het voorwaardelijke gedeelte van die straf, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.