Einde inhoudsopgave
Wet militaire strafrechtspraak
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 370 (uitgifte: 19-07-1990, kamerstukken: 17804 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering kan een op het voorgaand artikel of op artikel 67 van dat wetboek gegrond bevel eveneens worden gegeven, indien uit bepaalde omstandigheden blijkt van een gewichtige reden van militaire veiligheid, welke de onverwijlde vrijheidsbeneming vordert.
2.
Een gewichtige reden van militaire veiligheid kan voor de toepassing van het vorige lid slechts in aanmerking worden genomen:
- 1°
indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden, dat de verdachte een misdrijf zal begaan als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg waarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht;
- 2°
indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat zonder onverwijlde vrijheidsbeneming van de verdachte andere militairen een misdrijf zullen begaan als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg waarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht.