V-N 2018/31.20
Afschaffing vrijstelling kolenbelasting is niet in strijd met EU-recht
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:863, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/01382
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929076:1
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen (V)
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:863, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑02‑2017
- Wetingang
art. 44 lid 2 Wbm; art. 14 lid 1 Richtlijn 2003/96/EG
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat aan de afschaffing van de vrijstelling mede milieubeleidsoverwegingen ten grondslag hebben gelegen. Het maakt niet uit dat er geen betrouwbare kwantificering van de milieueffecten was, en evenmin dat de wetgever geen sterke afname van het gebruik van kolen voor energieopwekking verwachtte.
Samenvatting
X nv produceert en levert gas, elektriciteit en warmte. Haar productiepark bestaat uit zes gasgestookte en drie kolengestookte elektriciteitscentrales. X nv voert kolen in uit Rusland, Colombia en Zuid-Afrika. Tot 1 januari 2013 maakt X nv gebruik van de vrijstelling van art. 44 lid 2 Wbm. Deze vrijstelling is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.