RFR 2017/55
Wet Bopz. Heeft de rechter een machtiging tot voortzetting inbewaringstelling kunnen verlenen nu de aanvullende geneeskundige (Varbanov)verklaring niet binnen 24 uur is afgegeven?
HR 13-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:33
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/04757
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925945:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:33, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Voortgezette inbewaringstelling.
Heeft de rechter een machtiging tot voortzetting inbewaringstelling kunnen verlenen nu de aanvullende geneeskundige (Varbanov)verklaring niet binnen 24 uur is afgegeven?
Samenvatting
Betrokkene is op 17 juni 2016 door de waarnemend burgemeester in bewaring gesteld. Uit de geneeskundige verklaring van diezelfde dag blijkt dat betrokkene is onderzocht door een psychiater in opleiding. De verantwoordelijk psychiater heeft de verklaring weliswaar ondertekend, doch met de kanttekening dat hij/zij betrokkene niet zelf heeft onderzocht en dat daarom nog een zogeheten Varbanov-verklaring dient te volgen. Betrokkene is vervolgens opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Op 23 juni 2016 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.