Gst. 2014/124
Misbruik van recht. Gebruik WOB gelet op procesgedrag te kwader trouw en daarmee is ook het gebruik van de bevoegdheid om beroep in te stellen misbruikt. Beroep kan niet los worden gezien van het doel waarmee de WOB is gebruikt. Niet-ontvankelijkheid beroep. Geen strijd met art. 6 EVRM.
ABRvS 19-11-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4129, m.nt. C.N. van der Sluis en M.A.J. West
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 november 2014
- Magistraten
Mrs. J. Polak, D.A.C. Slump, A. Hammerstein
- Zaaknummer
201311752/1/A3
- Noot
C.N. van der Sluis en M.A.J. West
- JCDI
JCDI:ADS919621:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4129, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑11‑2014
- Wetingang
Art. 3 lid 1 WOB ; art. 3:13 jo. art. 3:15 BW; art. 6 EVRM
Essentie
Misbruik van recht. Gebruik WOB gelet op procesgedrag te kwader trouw en daarmee is ook het gebruik van de bevoegdheid om beroep in te stellen misbruikt. Beroep kan niet los worden gezien van het doel waarmee de WOB is gebruikt. Niet-ontvankelijkheid beroep. Geen strijd met art. 6 EVRM.
Samenvatting
Wet openbaarheid van bestuur, misbruik van recht, dwangsom, proceskostenvergoeding, procesgedrag, niet-ontvankelijkheid
5.1
(...) Gelet op het voorgaande, kan ingevolge artikel 13, gelezen in verbinding met artikel 15, van Boek 3 van het BW de bevoegdheid om bij de bestuursrechter beroep in te stellen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.