Richtlijn 90/269/EEG minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers
Bijlage I Referentiefactoren
Geldend
Geldend vanaf 12-06-1990
- Bronpublicatie:
29-05-1990, PbEG 1990, L 156 (uitgifte: 21-06-1990, regelingnummer: 90/269/EEG)
- Inwerkingtreding
12-06-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-1990, PbEG 1990, L 156 (uitgifte: 21-06-1990, regelingnummer: 90/269/EEG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
(Artikel 3, lid 2, artikel 4, onder a) en b), alsmede artikel 6, lid 2)
1. Kenmerken van de last
Het manueel hanteren van een last kan gevaar opleveren, met name voor rugletsel, wanneer de last:
- —
te zwaar of te groot is;
- —
onhandig of moeilijk vast te pakken is;
- —
onstabiel is of de inhoud ervan kan gaan schuiven;
- —
zo ligt dat hij op een afstand van de romp of met voorovergebogen of verdraaide romp gehanteerd moet worden;
- —
door zijn vorm en/of consistentie, met name in geval van stoten, voor de werknemer letsels kan veroorzaken.
2. Vereiste lichamelijke inspanning
Een lichamelijke inspanning kan gevaar, met name voor rugletsel, opleveren wanneer de inspanning:
- —
te groot is;
- —
slechts mogelijk is door een draaiende beweging van de romp;
- —
kan leiden tot een plotselinge beweging van de last;
- —
uitgevoerd wordt met het lichaam in onstabiele positie.
3. Kenmerken van de werkomgeving
De kenmerken van de werkomgeving kunnen het gevaar voor met name rugletsel doen toenemen, wanneer
- —
er niet genoeg ruimte is, met name in verticale richting, om het werk te verrichten;
- —
de bodem oneffen is, en dus gevaar oplevert voor struikelen, of glad is, zodat de werknemer erop kan uitglijden met het schoeisel dat hij draagt;
- —
de ruimte of de werkomgeving zodanig is dat de werknemer de lasten niet manueel kan hanteren op een veilige hoogte of in een gunstige houding;
- —
de bodem of de werkplek hoogteverschillen vertoont, zodat de last op verschillende hoogten moet worden gehanteerd;
- —
de bodem of het steunpunt instabiel zijn;
- —
temperatuur, luchtvochtigheid of luchtcirculatie niet aangepast zijn.
4. Eisen van de taak
De taak kan ook gevaar voor met name rugletsel opleveren, wanneer daarmee een of meer van de volgende factoren gemoeid zijn:
- —
er moeten lichamelijke inspanningen worden verricht die met name de wervelkolom te vaak of te langdurig belasten;
- —
er zijn onvoldoende rust- of recuperatieperioden;
- —
de lasten moeten over te grote afstanden worden opgetild, neergezet of gedragen;
- —
het werktempo wordt bepaald door een proces dat door de werknemer niet kan worden aangepast.