Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 4.1 Begrotingsbeheer en bedrijfsvoering: algemeen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
Onze Ministers, ieder met betrekking tot het beleid dat aan zijn begroting ten grondslag ligt, zijn verantwoordelijk voor:
- a.
het ontwikkelen, vaststellen en uitvoeren van het beleid;
- b.
het toezicht houden op het uitvoeren van het beleid;
- c.
het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid;
- d.
de in de begroting opgenomen informatie;
- e.
de in het jaarverslag opgenomen informatie.
2.
Onze Ministers die belast zijn met de leiding van een ministerie, ieder met betrekking tot de begroting waarvoor hij verantwoordelijk is, zijn verantwoordelijk voor:
- a.
de bedrijfsvoering van het ministerie;
- b.
het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van die bedrijfsvoering;
- c.
het begrotingsbeheer en de daartoe gevoerde administraties;
- d.
het financieel beheer en de daartoe gevoerde administraties;
- e.
het materieelbeheer voor zover dat betrekking heeft op roerende zaken en de daartoe gevoerde administraties.