Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 389/2012 administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004
Artikel 15 Verplichte uitwisseling van inlichtingen
Geldend
Geldend vanaf 09-02-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 13-02-2023.
- Bronpublicatie:
30-01-2023, PbEU 2023, L 34 (uitgifte: 06-02-2023, regelingnummer: 2023/246)
- Inwerkingtreding
09-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-01-2023, PbEU 2023, L 34 (uitgifte: 06-02-2023, regelingnummer: 2023/246)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
De bevoegde autoriteit van iedere lidstaat verstrekt aan de bevoegde autoriteiten van alle andere betrokken lidstaten, zonder voorafgaand verzoek en bij wijze van regelmatige automatische uitwisseling of aan een voorval gerelateerde automatische uitwisseling, de voor de correcte toepassing van de accijnswetgeving vereiste inlichtingen in de volgende gevallen:
- a)
wanneer in een andere lidstaat vermoedelijk of daadwerkelijk een onregelmatigheid of een inbreuk op het gebied van de accijnswetgeving heeft plaatsgevonden;
- b)
wanneer een onregelmatigheid of een inbreuk op het gebied van de accijnswetgeving die vermoedelijk of daadwerkelijk op het grondgebied van een lidstaat heeft plaatsgevonden, vertakkingen in een andere lidstaat zou kunnen hebben;
- c)
wanneer in een andere lidstaat gevaar voor fraude of accijnsderving bestaat;
- d)
wanneer accijnsgoederen geheel zijn vernietigd of onherstelbaar verloren zijn;
- e)
wanneer zich tijdens een overbrenging van accijnsgoederen binnen de Unie een buitengewoon voorval heeft voorgedaan, dat niet is gedefinieerd in Richtlijn 2008/118/EG en gevolgen kan hebben voor de berekening van de accijnsschuld van een marktdeelnemer.
2.
De autoriteit die overeenkomstig lid 1 inlichtingen aan een andere autoriteit heeft doorgegeven, kan die andere autoriteit vragen om een rapport over de vervolgmaatregelen die zij op basis van de verstrekte inlichtingen heeft genomen. Indien een dergelijk verzoek is gedaan, zendt de andere autoriteit, zonder afbreuk te doen aan de in haar lidstaat geldende voorschriften inzake geheimhouding en gegevensbescherming, en mits dit geen onevenredige administratieve lasten veroorzaakt, zo spoedig mogelijk een dergelijk rapport.
3.
Wanneer de in lid 1 bedoelde inlichtingen betrekking hebben op een overbrenging van accijnsgoederen binnen de Unie, worden de inlichtingen verstrekt met behulp van een document voor wederzijdse administratieve bijstand, behoudens het bepaalde in lid 4.
Wanneer het evenwel ondoenlijk is om gebruik te maken van dat document, kan de uitwisseling van inlichtingen in uitzonderlijke gevallen geheel of gedeeltelijk via andere middelen geschieden. In dergelijke gevallen dient bij het bericht een verklaring te zijn gevoegd waarom het ondoenlijk was om gebruik te maken van het document voor wederzijdse administratieve bijstand.
4.
Wanneer het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is, wordt gebruikgemaakt van het document voor wederzijdse administratieve bijstand in de noodprocedure in plaats van het in lid 3 bedoelde document.
5.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende:
- a)
de exacte categorieën inlichtingen die moeten worden uitgewisseld overeenkomstig artikel 15, lid 1, en die voor natuurlijke personen gegevens omvatten als naam, voornaam, straatnaam, huisnummer, postcode, stad, lidstaat, fiscaal of ander identificatienummer, productcode of -beschrijving en andere daarmee verband houdende persoonsgegevens, indien beschikbaar;
- b)
de frequentie van de regelmatige uitwisseling en de termijnen voor de in lid 1 bedoelde aan een voorval gerelateerde uitwisseling van elke categorie inlichtingen;
- c)
de structuur en de inhoud van de documenten voor wederzijdse administratieve bijstand;
- d)
de vorm en de inhoud van het document voor wederzijdse administratieve bijstand in de noodprocedure;
- e)
de voorschriften en procedures voor de uitwisseling van de onder c) en d) bedoelde documenten.
Voor de toepassing van lid 4 kan de Commissie ook uitvoeringshandelingen vaststellen om te bepalen in welke situaties de bevoegde autoriteiten het geautomatiseerde systeem als niet beschikbaar kunnen beschouwen.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 35, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.