Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/975
Afwijzing (voorwaardelijk) getuigenverzoek gelet op hetgeen de verdediging aan dit verzoek ten grondslag heeft gelegd, niet onbegrijpelijk. Falende bewijsklacht Opiumwetdelict.
HR 08-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2473
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00059
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2473, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2015
Essentie
Afwijzing (voorwaardelijk) getuigenverzoek gelet op hetgeen de verdediging aan dit verzoek ten grondslag heeft gelegd, niet onbegrijpelijk. Falende bewijsklacht Opiumwetdelict.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 24 december 2013, nummer 22/001807-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. H. Raza, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 24 december 2013 door het Gerechtshof Den Haag wegens “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”, veroordeeld tot één maand voorwaardelijke gevangenisstraf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.