Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
5.1.12.1
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2020
- Bronpublicatie:
04-03-2020, Stcrt. 2020, 14031 (uitgifte: 13-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2020, Stcrt. 2020, 14031 (uitgifte: 13-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
In zaken waarin de uitspraak in vorige instantie is gedaan door een gerecht in het Caribische deel van het Koninkrijk, is een in het Caribische deel van het Koninkrijk wonende of gevestigde partij die verplicht is om bij de Hoge Raad digitaal te procederen, maar die niet de beschikking kan krijgen over een inlogmiddel als bedoeld in paragraaf 2.2 van dit procesreglement, niet verplicht digitaal te procederen. Wordt die partij in de procedure bij de Hoge Raad vertegenwoordigd door een in het Nederlandse deel van het Koninkrijk wonende of gevestigde persoon die verplicht is digitaal te procederen, dan geldt deze verplichting onverkort.