Prg. 2023/298
Ook nadat de termijn van zes weken ex art. 35 lid 2 UAVG is verstreken, kan een vordering in kort geding tot verwijdering van persoonsgegevens worden toegewezen.
HR 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1216
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2023
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03293
- Conclusie
A-G i.b.d. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Privacy (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1216, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Kan vordering tot verwijdering persoonsgegevens worden toegewezen in kort geding, nadat termijn van zes weken ex art. 35 lid 2 UAVG is verstreken?
Ja. Er worden geen hogere eisen gesteld dan in algemeen in kort geding.
Samenvatting
Betrokkene verzoekt ING haar BKR-registratie te verwijderen. ING wijst dit af. De voorzieningenrechter verklaart de vordering niet-ontvankelijk, omdat de termijn van zes weken, waarbinnen zij beroep tegen de afwijzing door ING had moeten indienen, was verstreken en deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Volgens het hof is er ook onvoldoende onderbouwing voor een spoedeisend belang. Er volgt cassatie in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.