Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 142 [Finale verrekenbedingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
18-04-2011, Stb. 2011, 205 (uitgifte: 10-05-2011, kamerstukken: 28867)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2011, Stb. 2011, 335 (uitgifte: 05-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
Als tijdstip waarop de samenstelling en de omvang van het te verrekenen vermogen worden bepaald, geldt:
- a.
in geval van het eindigen van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap door overlijden: het tijdstip van overlijden;
- b.
in geval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding: het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding;
- c.
in geval van scheiding van tafel en bed: het tijdstip van indiening van het verzoek tot scheiding van tafel en bed;
- d.
in geval van opheffing van de wederzijdse verplichting tot verrekening als bedoeld in artikel 139: het tijdstip van indiening van het verzoek tot opheffing van die verplichting;
- e.
in geval van beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden: het tijdstip waarop de overeenkomst tot beëindiging wordt gesloten;
- f.
in geval van ontbinding van het geregistreerd partnerschap op verzoek: het tijdstip van indiening van het verzoek;
- g.
in geval van vermissing en een daarop gevolgd huwelijk of geregistreerd partnerschap: het tijdstip waarop de beschikking, bedoeld in artikel 417, eerste lid, in kracht van gewijsde is gegaan;
- h.
in geval van opheffing van de wederzijdse verplichting tot verrekening bij huwelijkse voorwaarden: het tijdstip, bedoeld in artikel 120, eerste lid.
2.
Van het eerste lid, aanhef en onder b tot en met f, kan bij op schrift gestelde overeenkomst worden afgeweken.