Einde inhoudsopgave
Elektriciteitswet 1998
Artikel 22a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
09-04-2018, Stb. 2018, 109 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken: 34627)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2018, Stb. 2018, 129 (uitgifte: 08-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Een netbeheerder verplaatst op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten bovengrondse delen van netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50 kV of hoger of vervangt deze door ondergrondse delen voor zover:
- a.
dat deel
- 1°
ten minste 1.000 meter lang is, tenzij het een net betreft met een spanningsniveau van 50 kV of
- 2°
ten minste 500 meter lang is, voor zover het een deel betreft dat direct is verbonden met een transformator-, schakel-, verdeel- of onderstation, voor zover het een te vervangen deel betreft en
- b.
deze delen door Onze Minister zijn aangewezen.
2.
Krachtens het eerste lid, onderdeel b, worden slechts delen aangewezen waarvoor vervanging of verplaatsing kostenefficiënt is. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat een deel wordt aangewezen voor verplaatsing of voor vervanging.
3.
De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
4.
Een netbeheerder onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de investeringskosten van het verplaatsen of vervangen van een deel van het net dat op grond van het eerste lid is aangewezen.
5.
Onze Minister kan op aanvraag van een netbeheerder ontheffing verlenen van de verplichting op grond van het eerste lid, aanhef, voor een in die ontheffing aangewezen deel van het net indien het vervangen of verplaatsen van dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van leveringszekerheid.
6.
Onze Minister kan op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten bovengrondse delen van netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50kV of hoger aanwijzen voor verplaatsing of vervanging voor zover die niet overeenkomstig het eerste lid zijn aangewezen. Een netbeheerder onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester of gedeputeerde staten, na instemming van Onze Minister, de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten, het belang van leveringszekerheid en de investeringskosten van het verplaatsen of vervangen van het betreffende deel van het net. Bij het verzoek, bedoeld in de eerste volzin, wordt het onderzoek overgelegd. Het eerste lid, aanhef, tweede en de derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een aanwijzing.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- a.
het deel van de kosten die een netbeheerder maakt voor de uitvoering van een verzoek als bedoeld in het eerste, vierde en zesde lid dat wordt betaald door de verzoeker en de bestanddelen waaruit die kosten bestaan;
- b.
de volgorde waarin het verplaatsen of vervangen plaatsvindt;
- c.
de procedure voor de het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in het vijfde lid;
- d.
de termijn waarbinnen een college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten een verzoek bij Onze Minister kan indienen.
8.
De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.