Inhoudsopgave
DD 2019/16:Het recht tegen zelfincriminatie ex artikel 6 EVRM
DD 2019/16
Het recht tegen zelfincriminatie ex artikel 6 EVRM
Doorwerking van het nemo tenetur-beginsel in enkele gedachte-experimenten volgens de benadering van het EHRM en van de Hoge Raad1
Documentgegevens:
S.L.T.J. Ligthart, datum 15-02-2019
- Datum
15-02-2019
- Auteur
S.L.T.J. Ligthart2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18552:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
16.1 Rb. Zeeland-West-Brabant 4 september 2018 ECLI:NL:RBZWB:2018:5113, onder 3.2
“De verdediging heeft met betrekking tot het FIOD-rapport van 26 januari 2009 betoogd dat daarbij gebruik is gemaakt van via de fiscus van [Verdachte] verkregen informatie, hetgeen in strijd zou zijn met het nemo tenetur beginsel. [Verdachte] moest immers aan de belastingdienst gegevens verstrekken en van die gegevens is gebruik gemaakt in het opsporingsonderzoek zonder [Verdachte] te wijzen op zijn recht om te zwijgen.
De rechtbank stelt vast dat (ook) in de ogen van de verdediging [Verdachte] op grond van de belastingwetgeving verplicht was om de opgevraagde gegevens te verstrekken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.