Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2021, Stcrt. 2021, 48016 (uitgifte: 07-12-2021, regelingnummer: 2021-0000176332)
- Inwerkingtreding
02-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2021, Stb. 2021, 595 (uitgifte: 07-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 13-10-2021, Stb. 592.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
ZW: Ziektewet;
- d.
WW: Werkloosheidswet;
- e.
verlof: een tussen de werkgever en de werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen periode, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht, met uitzondering van verlof als bedoeld in de artikelen 4:2a en 6:3 van de Wet arbeid en zorg;
- f.
pensioen of prepensioen: een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;
- g.
loondervingsuitkeringen:
- 1°
uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet;
- 2°
uitkeringen op grond van de Ziektewet;
- 3°
hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of de bezoldiging op grond van artikel 76a van de Ziektewet;
- 4°
uitkeringen op grond van de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
- 5°
uitkeringen bij ziekte of werkloosheid op grond van een regeling die geldt voor personen die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Ziektewet onderscheidenlijk artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Werkloosheidswet, niet op grond van die wet verzekerd zijn;
- 6°
een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;
- 7°
uitkeringen op grond van de wetgeving van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of van Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, een andere Mogendheid of een volkenrechtelijke organisatie die naar aard en strekking overeenkomen met de uitkeringen, bedoeld onder 1° tot en met 6°;
- 8°
uitkeringen en inkomensvoorzieningen op grond van de Wet WIA, de WAO, de Waz en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die daarmee naar hun strekking overeenkomen.