Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/881 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening)
Artikel 39 Aansprakelijkheid van Enisa
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/881)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/881)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Informatierecht / ICT
1.
De contractuele aansprakelijkheid van Enisa valt onder het recht dat van toepassing is op de betrokken overeenkomst.
2.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen krachtens een arbitrageclausule in een door Enisa gesloten overeenkomst.
3.
In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt Enisa alle schade die Enisa zelf of zijn personeelsleden in de uitoefening van hun functie hebben veroorzaakt, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben.
4.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd inzake geschillen over de vergoeding van schade als bedoeld in lid 3.
5.
De persoonlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden van Enisa ten aanzien van Enisa is geregeld bij de desbetreffende bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van Enisa.