Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
5.1.11.1
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2020
- Bronpublicatie:
04-03-2020, Stcrt. 2020, 14031 (uitgifte: 13-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2020, Stcrt. 2020, 14031 (uitgifte: 13-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Indien de Hoge Raad het voornemen heeft prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie of aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, worden de voorgenomen vragen voorgelegd aan partijen, tenzij de procureur-generaal die vragen reeds in de conclusie heeft vermeld. Daarbij krijgen partijen gelegenheid binnen een termijn van twee weken een reactie in te dienen. Hierbij wordt eveneens gelegenheid geboden binnen die termijn kenbaar te maken of een partij belang hecht aan anonimisering van de gegevens die over de zaak worden verstrekt aan het publiek.