NJB 2018/1829
Prejudiciële vragen. De rechtbank stelt vragen over de polisvoorwaarden van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Hoge Raad: 1. Consument. In een geval als dat waarop de prejudiciële vragen betrekking hebben, is de betrokkene de overeenkomst als consument aangegaan. 2. Kernbeding. Het beding over de wijze waarop wordt vastgesteld of sprake is van arbeidsongeschiktheid in de zin van de polis, is geen kernbeding. 3. Oneerlijk beding. Het beding, uitgelegd overeenkomstig de uitleg van de verzekeraar, is niet oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1800
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00989
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1800, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:788, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2018
- Wetingang
(art. 3 lid 1, art. 4 lid 1, art. 5 Richtlijn 93/13/EEG; art. 6:238 lid 2, art. 7:900, 7:941 lid 2, 3 en 4 BW; art. 150 Rv)
Essentie
Prejudiciële vragen. De rechtbank stelt vragen over de polisvoorwaarden van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Hoge Raad: 1. Consument. In een geval als dat waarop de prejudiciële vragen betrekking hebben, is de betrokkene de overeenkomst als consument aangegaan. 2. Kernbeding. Het beding over de wijze waarop wordt vastgesteld of sprake is van arbeidsongeschiktheid in de zin van de polis, is geen kernbeding. 3. Oneerlijk beding. Het beding, uitgelegd overeenkomstig de uitleg van de verzekeraar, is niet oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG
Partij(en)
A, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. Nationale-Nederlanden, adv. mr. D.A. van der Kooij.