JOW 2003, 23
wederrechtelijk verkregen voordeel; vrijspraak; soortgelijke feiten; andere feiten
HR 01-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4146
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2003
- Magistraten
Davids, Van Dorst, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
01503/02P
- Conclusie
P-G Vellinga
- LJN
AF4146
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF4146, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF4146, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2003
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; vrijspraak; soortgelijke feiten; andere feiten
Samenvatting
De Hoge Raad overweegt dat in een tenlastelegging opgenomen feiten die tot een vrijspraak hebben geleid, toch ten grondslag kunnen worden gelegd aan oplegging van zo'n maatregel. De rechter dient in een dergelijk geval vast te stellen ofwel dat er voldoende aanwijzingen bestaan dat de in art. 36e, tweede lid, Sr bedoelde soortgelijke feiten of feiten waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, door de betrokkene zijn begaan, ofwel dat aannemelijk is dat de in art. 36e, derde lid, Sr bedoelde andere strafbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.