RFR 2012/40
Familieprocesrecht. Moet de rechter naar wie de Hoge Raad de zaak heeft verwezen ter verdere behandeling en beslissing de zaak zelf verder behandelen en afdoen? Voor welk deel mag de waardestijging van de aandelen van de man in de verrekening van overgespaarde inkomsten uit arbeid worden betrokken?
HR 27-01-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BU6510
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/02157
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BU6510
- JCDI
JCDI:ADS910981:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU6510, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU6510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2012
- Wetingang
BW art. 1:141; Rv art. 424
Essentie
Familieprocesrecht. Huwelijksvermogensrecht.
Moet de rechter naar wie de Hoge Raad de zaak heeft verwezen ter verdere behandeling en beslissing de zaak zelf verder behandelen en afdoen? Voor welk deel mag de waardestijging van de aandelen van de man in de verrekening van overgespaarde inkomsten uit arbeid worden betrokken?
Samenvatting
Bij arrest van 18 april 2003, LJN AF3415, NJ 2003/441 heeft de Hoge Raad het onderliggende arrest van het Hof 's-Gravenhage vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het Hof Amsterdam. Het Amsterdamse hof had geoordeeld dat in deze zaak, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.