NJ 1925, p. 964
Ongeldigverklaring van een „bindend advies" betreffende een verborgen gebrek van een koe op grond dat het in strijd met de artt. 1374 en 1375 B. W. — eenzijdige verstrekking van klinische gegevens door den deskundige van een der partijen buiten de andere partij om — is tot stand gekomen.
HR 26-06-1925, ECLI:NL:HR:1925:369
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1925
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Kosters en Ort.
- Zaaknummer
[26061925/NJ_1925,_p._964]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS121688:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1925:369, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1925
- Wetingang
(BW art. 1374, 1540.)
Essentie
Ongeldigverklaring van een „bindend advies" betreffende een verborgen gebrek van een koe op grond dat het in strijd met de artt. 1374 en 1375 B. W. — eenzijdige verstrekking van klinische gegevens door den deskundige van een der partijen buiten de andere partij om — is tot stand gekomen.
Samenvatting
De hier door de Rechtbank geconstateerde werkwijze miste de waarborgen van billijkheid en goede trouw, waarop de wederpartij recht had, zoodat de Rechtbank terecht het advies ongeldig heeft verklaard en de daarop steunende vordering heeft ontzegd.
Partij(en)
J. Veldhoen, wonende te Apeldoorn, eischer tot cassatie van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.