Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 152/2013 aanvulling Verordening (EU) nr. 648/2012 met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen
Artikel 3 Kapitaalvereisten voor operationele en juridische risico's
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 52 (uitgifte: 23-02-2013, regelingnummer: 152/2013)
- Inwerkingtreding
15-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 52 (uitgifte: 23-02-2013, regelingnummer: 152/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CTP berekent haar kapitaalvereisten voor het in artikel 1 bedoelde operationele — en juridische — risico met behulp van ofwel de basisindicatorbenadering, ofwel de geavanceerde meetbenaderingen als omschreven in Richtlijn 2006/48/EG, met inachtneming van de in de leden 2 tot en met 7 gestelde beperkingen.
2.
Een CTP mag de basisindicatorbenadering volgen om overeenkomstig artikel 103 van Richtlijn 2006/48/EG haar kapitaalvereisten voor het operationele risico te berekenen.
3.
Een CTP beschikt over een goed gedocumenteerd systeem voor de beoordeling en het beheer van het operationele risico, waaraan welomschreven taken zijn toegewezen. Zij geeft haar blootstelling aan het operationele risico aan en houdt relevante gegevens over het operationele risico bij, zoals gegevens over materiële verliezen. Dit systeem is onderworpen aan een periodieke evaluatie die wordt uitgevoerd door een onafhankelijke partij die over de nodige kennis beschikt om een dergelijke evaluatie uit te voeren.
4.
Het beoordelingssysteem van een CTP voor het operationele risico is goed geïntegreerd in de door de CTP toegepaste risicobeheersprocessen. De output ervan vormt een integraal onderdeel van het proces van bewaking en beheersing van het operationele risicoprofiel van de CTP.
5.
Een CTP legt een systeem van rapportage aan de hoogste leiding ten uitvoer dat voorziet in het uitbrengen van verslagen over het operationele risico aan de relevante functies binnen de instelling. Een CTP beschikt over procedures om passende maatregelen te nemen in reactie op de informatie in de verslagen aan het bestuur.
6.
Een CTP kan haar bevoegde autoriteit ook om toestemming verzoeken om van geavanceerde meetbenaderingen gebruik te maken. De bevoegde autoriteit kan de CTP toestemming verlenen om overeenkomstig artikel 105 van Richtlijn 2006/48/EG gebruik te maken van geavanceerde meetbenaderingen die op haar eigen systemen voor de meting van het operationele risico berusten.
7.
De CTP's die voor de berekening van hun kapitaalvereisten voor het operationele risico van de in lid 6 omschreven geavanceerde meetbenaderingen gebruikmaken, houden kapitaal aan dat te allen tijde ten minste gelijk is aan 80 % van het kapitaal dat op grond van de in lid 2 bedoelde basisindicatorbenadering is vereist.