Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag:Artikel 31
Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
Artikel 31
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-05-1997
- Bronpublicatie:
03-04-1996, Stb. 1996, 367 (uitgifte: 09-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23789 Overheid.nl: 23789)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-1997, Stb. 1997, 172 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Indien de misdrijven, bedoeld in de artikelen 131, 132, 138, 139, 141, 143, 179 tot en met 182, 184, 186 en 187 van het Wetboek van Strafrecht worden begaan gedurende de beperkte of de algemene noodtoestand, kunnen de bij die artikelen gestelde gevangenisstraffen met een derde worden verhoogd en kan de naasthogere categorie geldboete worden opgelegd.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.