Ktr. Haarlem, 23-12-2009, nr. 385412/AO VERZ 08-397
ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7908
- Instantie
Rechtbank Haarlem (Kantonrechter)
- Datum
23-12-2009
- Magistraten
Mr. N.E. Kwak
- Zaaknummer
385412/AO VERZ 08-397
- LJN
BK7908
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7908, Uitspraak, Rechtbank Haarlem (Kantonrechter), 23‑12‑2009
Uitspraak 23‑12‑2009
Mr. N.E. Kwak
Partij(en)
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDELSONDERNEMING [XXX] B.V.
te Adorp, gemeente Winsum
verzoekster
hierna: [verzoekster]
gemachtigde: mr. D. Kuijken
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna: [verweerder]
gemachtigde: mr. M. Heijsteeg
De procedure
De kantonrechter neemt over en verwijst naar hetgeen in de beschikking van 4 juli 2008 is overwogen en beslist.
Als gevolg van de beschikking van 22 juni 2009 in zaaknummer 404691/AL VERZ 08-2972 is het onderhavige geding heropend voor zover het de toegekende vergoeding betreft.
Partijen hebben een aanvullend verzoekschrift ([verzoekster]) en een aanvullend verweerschrift ([verweerder]) ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 september 2009. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van [verweerder] heeft een pleitnotitie overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
1.
[verweerder], geboren op 12 april 1958, was bij [verzoekster] in dienst, laatstelijk in de functie van Export Manager.
2.
[verweerder] heeft zich op 14 januari 2008 via zijn advocaat ziek gemeld.
3.
Op 15 januari 2008 heeft [verzoekster] een spoedcontrole laten uitvoeren. Een verzuimrapporteur heeft [verweerder] bezocht en geconcludeerd dat [verweerder] arbeidsongeschikt is. De bedrijfsarts heeft, nadat [verweerder] had gemeld dat de arbeidsverhouding tussen partijen was verstoord en dat hij last had van spanningsklachten, inschakeling van een mediator geadviseerd.
4.
Partijen hebben een aantal gesprekken gevoerd bij de mediator, maar zij zijn niet tot elkaar gekomen.
5.
Bij verzoekschrift van 23 mei 2008 heeft [verzoekster] de kantonrechter te Haarlem verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
6.
Bij beschikking van 4 juli 2008 (zaaknummer 385412/AO VERZ 08-397) heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2008 ontbonden onder toekenning aan [verweerder] van een vergoeding van € 260.000,-- bruto. [verweerder] was op dat moment 50 jaar oud.
7.
Op 25 juli 2008 is Iwvia Holding BV (verder Iwvia) opgericht. [verweerder] is enig directeur en aandeelhouder van Iwvia. Eveneens op 25 juli 2008 is Litams BV (verder Litams) opgericht met Iwvia en [YYY] Management BV als statutair directeuren.
8.
Bij beschikking van 22 juni 2009 is het geding met voornoemd zaaknummer heropend voor zover het de toegekende vergoeding betreft. De kantonrechter heeft daartoe samengevat overwogen dat [verweerder] in strijd met de waarheid heeft gehandeld door tijdens de ontbindingsprocedure voor de kantonrechter te verzwijgen respectievelijk te ontkennen dat hij bezig was met het opzetten van een concurrerend bedrijf samen met zijn broer.
Het verzoek
[verzoekster] verzoekt bij aanvullend verzoekschrift na heropening dat de oorspronkelijke beschikking wordt herroepen en dat de kantonrechter in verband met de ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan [verweerder] geen vergoeding toekent, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de ontbindingsprocedure en de herroepingsprocedure. [verzoekster] stelt (samengevat) het volgende.
De relatie tussen [verzoekster] en [verweerder] is altijd positief geweest. Er waren wel zakelijke discussies, maar die werden ook altijd weer opgelost. Het arbeidsconflict waarover [verweerder] bij de bedrijfsarts heeft gerept was dan ook een verrassing voor [verzoekster]; [verzoekster] was zich van geen conflict bewust. [verweerder] heeft bewust een geschil opgeworpen en [verzoekster] heeft, niet wetende wat de werkelijke bedoelingen van [verweerder] waren, zich daarin laten meeslepen. [verweerder] heeft zonder feitelijke grond gesteld dat er een arbeidsgeschil zou bestaan. [verweerder] heeft er alles aan gedaan om dit geschil te laten escaleren naar een beëindiging van het dienstverband met een hoge vergoeding. De geschilpunten die [verweerder] heeft opgeworpen waren onjuist. [verweerder] heeft voorafgaand aan zijn ziekmelding geen onvrede geuit. [verweerder] heeft zich niet opengesteld om daadwerkelijk tot een oplossing te komen binnen het bestaande dienstverband. [verzoekster] heeft zich opengesteld om naar de argumenten van [verweerder] te luisteren, er is een mediator ingeschakeld en [verzoekster] heeft voorstellen gedaan voor oplossingen binnen het bestaande dienstverband. Inmiddels is duidelijk dat dit per definitie vruchtloos was, gezien de werkelijke plannen van [verweerder] om met zijn broer een concurrerend bedrijf te beginnen. Onder deze omstandigheden past het niet dat aan [verweerder] in het kader van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding wordt toegekend.
[verzoekster] hebben voorts gesteld dat [verweerder] pas op 1 februari 2003 in dienst is getreden bij [verzoekster] en dat [verweerder] laatstelijk een salaris ontving van € 5.356,70 bruto per maand, waarvan slechts € 3.726,10 fiscaal belast was, dat [verweerder] slechts recht had op vakantietoeslag over het fiscaal belaste deel en dat bij berekening van een eventuele ontbindingsvergoeding moet worden uitgegaan van een salaris van slechts € 5.654,79 inclusief vakantiegeld.
Het verweer
[verweerder] concludeert tot het bekrachtigen van de oorspronkelijke beschikking d.d. 4 juli 2008 met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van deze procedure. [verweerder] voert (samengevat) het volgende aan.
[verzoekster] kan niet volstaan met het stellen dat alles in een ander daglicht is komen te staan nu zij op de hoogte is van de ‘ware intenties’ van [verweerder]. [verzoekster] stelt dat zij het ontbindingsverzoek niet zou hebben ingediend, indien [verweerder] zich niet ziek had gemeld. [verzoekster] vergeet daarbij dat zij het initiële verzoek tot ontbinding heeft ingediend op grond van vermeend disfunctioneren en niet wegens een verstoring van de arbeidsverhouding.
Met het heropenen van het geding kan de lengte van het dienstverband en de hoogte van het salaris niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Dat zou immers neerkomen op een verkapt hoger beroep, terwijl hoger beroep tegen een ontbindingsbeschikking — behoudens zeer uitzonderlijke omstandigheden — niet mogelijk is.
Het is onjuist dat [verweerder] een arbeidsconflict heeft gecreëerd en bezig was zijn eigen bedrijf op te zetten. De handelswijze van [verzoekster] heeft juist geleid tot een conflict. [verzoekster] heeft een onomkeerbare situatie willen forceren door een ontbindingsverzoek in te dienen, terwijl partijen nog in overleg waren met de mediator. [verweerder] heeft destijds, met succes, verweer gevoerd tegen het vermeende disfunctioneren.
[verweerder] betwist dat hij op het moment van de ontbindingsprocedure bezig was met de oprichting van een concurrerend bedrijf. Pas nadat de mondelinge behandeling van het oorspronkelijke ontbindingsverzoek had plaatsgevonden, is [verweerder] bij Litams betrokken geraakt. Litams is overigens geen concurrerend bedrijf. [verzoekster] levert slechts elektrische afrasteringen, terwijl Litams software wil ontwikkelen en in de toekomst mogelijk als dealer van [verzoekster] kan optreden. Momenteel verkeert Litams in een opstartfase en heeft zij nog geen enkele verkoop gerealiseerd.
De beoordeling
1.
Het geding is heropend voor zover het de toegekende vergoeding betreft, zodat de kantonrechter thans alleen dient te beoordelen of aan [verweerder] in redelijkheid een vergoeding toekomt. De kantonrechter is van oordeel dat dat het geval is op grond van de volgende vaststellingen en overwegingen.
2.
[verzoekster] heeft gesteld dat [verweerder] een arbeidsconflict heeft gecreëerd, omdat hij met zijn broer een bedrijf wilde beginnen. [verweerder] heeft dit — met verwijzing naar zijn oorspronkelijke verweer — weersproken.
3.
In de beschikking van 4 juli 2008 is reeds overwogen dat na de wijzigingen in de directie de nieuwe leiding een nieuwe koers en een nieuwe structuur voorstond waarin zij [verweerder] niet goed vond passen. Na heropening van het geding heeft [verzoekster] onvoldoende aangevoerd om tot een ander oordeel hierover te komen. Het enkele feit dat [verweerder] ten tijde van de mondelinge behandeling van het ontbindingsverzoek op 27 juni 2008 met zijn broer bezig was met het oprichten van een eigen bedrijf brengt dit in ieder geval niet met zich. Hierbij is van belang dat [verzoekster] nog tijdens het mediationtraject het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft ingediend en dat dit verzoek was gebaseerd op het disfunctioneren van [verweerder], welk disfunctioneren noch immer niet voldoende is onderbouwd of met stukken is gestaafd. Indien daadwerkelijk sprake zou zijn geweest van het bewust creëren van een arbeidsconflict door [verweerder] had het voor de hand gelegen dat [verzoekster] het resultaat van het mediationtraject had afgewacht en dat [verweerder] het verzoek had ingediend, dan wel dat het verzoek van [verzoekster] was gebaseerd op een verstoorde arbeidsrelatie. De kantonrechter acht het dan ook aannemelijk dat er na de wijzigingen in de directie problemen zijn ontstaan waarvan [verzoekster] een verwijt valt te maken.
4.
Bij het toekennen van een vergoeding dient rekening te worden gehouden met de vooruitzichten op ander werk. [verweerder] heeft ten tijde van de mondelinge behandeling op 27 juni 2008 verzwegen dat hij met zijn broer bezig was met het oprichten van een concurrerend bedrijf. [verweerder] heeft dat weliswaar in deze fase van de procedure betwist, maar dat standpunt kan hem thans niet meer baten. In de beschikking van 4 juli 2008 heeft de kantonrechter al overwogen en beslist dat er voldoende grond bestaat om de door [verzoekster] aangevoerde grondslag van het herroepingsverzoek juist te bevinden, zodat in rechte vaststaat dat [verweerder] bedrog heeft gepleegd door te verzwijgen dat hij bezig was met de voorbereiding voor het oprichten van een voor [verzoekster] concurrerend bedrijf. Bij de toekenning van de vergoeding zal hier rekening mee worden gehouden.
5.
De stelling van [verweerder] dat de lengte van het dienstverband en de hoogte van het salaris niet opnieuw ter discussie mag worden gesteld, is onjuist. Aangezien het geding is heropend, dient de kantonrechter alle omstandigheden waarop een eventuele vergoeding is gebaseerd opnieuw te beoordelen in het licht van de huidige stand van zaken.
Bij gebreke van nieuwe feiten en omstandigheden gaat de kantonrechter bij de berekening van de vergoeding uit van een arbeidsverleden van 17 jaar, zoals al is overwogen en beslist in de beschikking van 4 juli 2008. Ten aanzien van het salaris gaat de kantonrechter uit van een bedrag van € 5.356,70 bruto per maand. [verzoekster] heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de vakantietoeslag enkel werd uitgekeerd over het fiscaal belastbare gedeelte van het salaris.
6.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ziet de kantonrechter aanleiding om een vergoeding toe te kennen op basis van een correctiefactor C=1. De kantonrechter kent van der Hoek daarom een vergoeding toe van € 130.000,00.
7.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat niet tot een andere beslissing leidt.
8.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
herroept de beschikking van 4 juli 2008 met zaaknummer 385412/AO VERZ 08-397 van de kantonrechter te Haarlem wat betreft de ontbindingsvergoeding;
en beslist opnieuw:
kent aan [verweerder] ten laste van [verzoekster] een vergoeding toe van € 130.000,- bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op een uitkering op grond van een sociale verzekeringswet of een lager inkomen uit arbeid;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.E. Kwak en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.