NJB 2020/135
Voor Hazara, een etnische minderheid in Afghanistan, is de situatie in dat land niet zo slecht dat aan iedere Hazara asiel moet worden verleend. De situatie is voor hen wel zo onveilig geworden dat de staatssecretaris opnieuw moet bezien en motiveren hoe hij hiermee bij de beoordeling van asielaanvragen van individuele Hazara rekening houdt
ABRvS 18-12-2019, ECLI:NL:RVS:2019:4202
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 december 2019
- Magistraten
Mrs. Verheij, Troostwijk en Baldinger
- Zaaknummer
201905739/1/V2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:4202, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑12‑2019
- Wetingang
(art. 29 lid 1 sub b onderdelen 1 en 2 Vw 2000)
Essentie
Voor Hazara, een etnische minderheid in Afghanistan, is de situatie in dat land niet zo slecht dat aan iedere Hazara asiel moet worden verleend. De situatie is voor hen wel zo onveilig geworden dat de staatssecretaris opnieuw moet bezien en motiveren hoe hij hiermee bij de beoordeling van asielaanvragen van individuele Hazara rekening houdt
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [de vreemdeling], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 23 juli 2019 in zaak nr. NL19.11262 in het geding tussen: [de vreemdeling] en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.