Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 785/2004 betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen
Artikel 8 Handhaving en sancties
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2005
- Bronpublicatie:
21-04-2004, PbEU 2004, L 138 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 785/2004)
- Inwerkingtreding
30-04-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2004, PbEU 2004, L 138 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 785/2004)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 2 bedoelde luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen voldoen aan de bepalingen van deze verordening.
2.
Voor de toepassing van lid 1 en onverminderd lid 7 kan de betreffende lidstaat met betrekking tot overvluchten door niet uit de Gemeenschap afkomstige luchtvervoerders of buiten de Gemeenschap geregistreerde luchtvaartuigen waarbij niet in een lidstaat wordt opgestegen of geland alsmede met betrekking tot landingen in een lidstaat, anders dan voor verkeersdoeleinden, door deze luchtvaartuigen, een bewijs verlangen dat voldaan is aan de verzekeringseisen uit hoofde van deze verordening.
3.
Indien nodig kunnen de lidstaten aanvullend bewijs verlangen van de betrokken luchtvervoerder, exploitant van het luchtvaartuig of verzekeraar.
4.
Sancties in geval van overtreding van deze verordening zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
5.
Met betrekking tot luchtvervoerders uit de Gemeenschap kunnen deze sancties de intrekking van de exploitatievergunning omvatten, onder voorbehoud van en in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het Gemeenschapsrecht.
6.
Voor luchtvervoerders van buiten de Gemeenschap en exploitanten van luchtvaartuigen die gebruikmaken van buiten de Gemeenschap geregistreerde luchtvaartuigen, kan een sanctie ook bestaan in weigering van landing op het grondgebied van een lidstaat.
7.
Wanneer de lidstaten van mening zijn dat niet aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, laten zij een luchtvaartuig niet opstijgen totdat de betrokken luchtvervoerder of exploitant van luchtvaartuigen bewijs van toereikende verzekering overeenkomstig deze verordening heeft overgelegd.