Einde inhoudsopgave
Europese Akte
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1987
- Bronpublicatie:
28-02-1986, Trb. 1986, 63 (uitgifte: 21-05-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-1987, Trb. 1987, 118 (uitgifte: 24-07-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Akte van 17 februari 1986 en 28 februari 1986
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,
De President van de Bondsrepubliek Duitsland,
De President van de Helleense Republiek,
Zijne Majesteit de Koning van Spanje,
De President van de Franse Republiek,
De President van Ierland,
De President van de Italiaanse Republiek,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
De President van de Portugese Republiek,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Bezield door de wil de op de grondslag van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen aangevatte taak voort te zetten en het geheel van de betrekkingen tussen hun Staten om te zetten in een Europese Unie, overeenkomstig de Plechtige Verklaring van Stuttgart van 19 juni 1983,
Vastbesloten deze Europese Unie ten uitvoer te leggen op basis van, enerzijds, de volgens hun eigen regels functionerende Gemeenschappen, en anderzijds de Europese Samenwerking tussen de ondertekenende Staten op het gebied van de buitenlandse politiek, alsmede deze unie van de noodzakelijke actiemiddelen te voorzien,
Besloten hebbende gezamenlijk de democratie te bevorderen uitgaande van de grondrechten die worden erkend in de grondwetten en de wetten van de Lid-Staten, in het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en in het Europees sociaal handvest, met name de vrijheid, de gelijkheid en de sociale rechtvaardigheid,
Ervan overtuigd dat de Europese gedachte, de bereikte resultaten op het terrein van de economische integratie en de politieke samenwerking alsook de noodzaak van nieuwe ontwikkelingen, beantwoorden aan de verlangens van de Europese democratische volkeren, voor wie het door middel van Algemene Verkiezingen gekozen Europese Parlement een onontbeerlijk middel is om zich uit te drukken,
Zich bewust van de verantwoordelijkheid die op Europa rust om te trachten steeds meer met één stem te spreken en eensgezind en solidair op te treden ten einde zijn gemeenschappelijke belangen en onafhankelijkheid doeltreffender te verdedigen en zeer in het bijzonder de democratische beginselen en de eerbiediging van het recht en van de rechten van de mens, die zij toegedaan zijn, te doen gelden, ten einde te zamen hun eigen bijdrage te leveren aan de handhaving van de internationale vrede en veiligheid overeenkomstig de door hen in het kader van het Handvest van de Verenigde Naties aangegane verbintenis,
Vastbesloten om de sociaal-economische toestand te verbeteren door intensivering van het gemeenschappelijk beleid en het nastreven van nieuwe doelstellingen en om te zorgen voor een betere werking van de Gemeenschappen door de Instellingen in staat te stellen hun bevoegdheden uit te oefenen op een wijze die zoveel mogelijk strookt met het Gemeenschapsbelang,
Overwegende dat de Staatshoofden en Regeringsleiders, tijdens hun Conferentie van Parijs van 19–21 oktober 1972, hun goedkeuring hebben gehecht aan de doelstelling van de geleidelijke totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie,
Overwegende de bijlage bij de conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van Bremen van 6 en 7 juli 1978, alsmede de resolutie van de Europese Raad van Brussel van 5 december 1978 met betrekking tot de invoering van het Europees Monetair Stelsel (EMS) en aanverwante vraagstukken en opmerkende dat de Gemeenschap en de Centrale Banken van de Lid-Staten, overeenkomstig deze resolutie, een aantal maatregelen hebben getroffen ten einde de monetaire samenwerking ten uitvoer te leggen,
Hebben besloten om deze Akte op te stellen en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
De heer Leo Tindemans,
Minister van Buitenlandse Betrekkingen;
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,
De heer Uffe Ellemann-Jensen,
Minister van Buitenlandse Zaken;
De President van de Bondsrepubliek Duitsland,
De heer Hans-Dietrich Genscher,
Bondsminister van Buitenlandse Zaken;
De President van de Helleense Republiek,
De heer Karolos Papoulias,
Minister van Buitenlandse Zaken;
Zijne Majesteit de Koning van Spanje,
De heer Francisco Fernandez Ordonez,
Minister van Buitenlandse Zaken;
De President van de Franse Republiek,
De heer Roland Dumas,
Minister van Buitenlandse Betrekkingen;
De President van Ierland,
De heer Peter Barry, T.D.,
Minister van Buitenlandse Zaken;
De President van de Italiaanse Republiek,
De heer Giulio Andreotti,
Minister van Buitenlandse Zaken;
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,
De heer Robert Goebbels,
Staatssecretaris bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
De heer Hans van den Broek,
Minister van Buitenlandse Zaken;
De President van de Portugese Republiek,
De heer Pedro Pires de Miranda,
Minister van Buitenlandse Zaken;
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Mevrouw Lynda Chalker,
Onderminister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken;
Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, overeenstemming hebben bereikt omtrent de volgende bepalingen:
Verdragpartijgroep