RvdW 2013/723
Toepassing terugkeerrichtlijn in geval van vervolging en bestraffing een ongewenst verklaarde vreemdeling.
HR 21-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6906
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2013
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04246
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BY6906
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY6906, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2013
ECLI:NL:HR:2012:BY6906, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BY6906, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑06‑2012
- Wetingang
Art. 197 (oud), 197 Sr; Art. 61, 67 (oud) Vreemdelingenwet 2000; Richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven
Essentie
1. Verwerping van het beroep op overmacht steun op oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de verdachte al hetgeen redelijkerwijze van haar mocht worden verwacht in het werk heeft gesteld teneinde te voldoen aan de op haar rustende verplichting om Nederland te verlaten. Dat oordeel is - in aanmerking genomen dat het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zelf niets heeft ondernomen - toereikend gemotiveerd.
2. De opvatting dat het hof na het verstrijken van de implementatietermijn van de terugkeerrichtlijn art. 197 (oud) Sr geheel buiten toepassing had moeten laten en het dus ten onrechte strafbaarheid op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.