Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 231 [Grosse. Executoriale vorm]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 2 is onvoorwaardelijk in werking getreden. Op 01-03-2017 is de wijziging betreffende lid 2 in werking getreden voor de Hoge Raad (bron iwtr.: 25-01-2017, Stb. 16).
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 288 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34059)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Van de vonnissen verstrekt de griffier op de dag van de uitspraak een afschrift aan de eiser en aan de gedaagde die in het geding is verschenen. Betreft het een eindvonnis, dan is het afschrift dat wordt verstrekt aan een partij die tot tenuitvoerlegging van dat vonnis kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm.
2.
De griffier verstrekt desverlangd tweede of verdere in executoriale vorm opgemaakte afschriften van een vonnis aan de partij die tot tenuitvoerlegging van dat vonnis kan overgaan, dan wel aan de rechtverkrijgenden onder algemene titel van deze partij. Artikel 29, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Elk afschrift dat in executoriale vorm is opgemaakt, wordt gedagtekend.