Einde inhoudsopgave
Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 191 (uitgifte: 12-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2023, Stb. 2023, 191 (uitgifte: 12-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan de navolgende erkenningen verlenen:
- 1°
een A-erkenning: een erkenning voor een afzender, zijnde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, welke de bevoegdheid geeft om gevaarlijke stoffen, in eigendom aan hem toebehorend of afkomstig uit eigen onderneming, aan te bieden voor vervoer door de lucht;
- 2°
een B-erkenning: een erkenning voor een expediteur-luchtvrachtagent, zijnde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, welke de bevoegdheid geeft om gevaarlijke stoffen door de lucht te doen vervoeren;
- 3°
een C-erkenning: een erkenning voor een grondafhandelaar, zijnde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, welke de bevoegdheid geeft om namens de houder van een luchtvaartuig de acceptatie of het laden en lossen van gevaarlijke stoffen te verrichten;
- 4°
een D-erkenning: een erkenning voor een logistieke dienstverlener, zijnde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, welke de bevoegdheid geeft om gevaarlijke stoffen welke hij contractueel voor derden in opslag heeft, namens de eigenaar verzendklaar te maken en als afzender aan te bieden voor vervoer door de lucht;
- 5°
een E-erkenning: een erkenning voor een in het vervoer door de lucht gespecialiseerde organisatie met rechtspersoonlijkheid welke de bevoegdheid geeft om in opdracht van derden op te treden als afzender en verpakker van gevaarlijke stoffen alsook om de binnenverpakkingen van zendingen te herverpakken en af te vullen.
2.
Een erkenning wordt verleend voor onbepaalde tijd.
3.
Om in aanmerking te kunnen komen voor de verlening van een erkenning voldoet de aanvrager aan de bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde eisen die voor de verschillende erkenningen verschillend kunnen worden vastgesteld.