Einde inhoudsopgave
Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 19-11-1951
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is gelijkgesteld met de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging. De in het Verdrag omschreven maatregelen zullen ingevolge artikel 22 in werking worden gesteld op tijdstippen, welke in onderling overleg tussen de Verdragsluitende Partijen zullen worden vastgesteld.
- Bronpublicatie:
18-02-1950, Stb. 1951, 215 (uitgifte: 19-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-11-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-1951, Trb. 1951, 159 (uitgifte: 01-01-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Par 1.
In de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie vervallen de accijnzen op koffie, op benzol, op azijn en azijnzuur, op margarine en andere bereide vetten, op lucifers en aansteektoestellen, op druiven- en moutsuiker.
Par 2.
In België vervalt de accijns op natuurlijk en kunstmatig mineraalwater, gashoudend en gesteriliseerd water en op gashoudende of schuimende limonade.