Einde inhoudsopgave
Besluit beveiliging burgerluchtvaart
Artikel 13a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stb. 2020, 514 (uitgifte: 14-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 370 (uitgifte: 22-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
De erkend agent, bekende afzender en vaste afzender doen onverwijld mededeling aan de commandant van de Koninklijke marechaussee van een onregelmatigheid bij de uitvoering van de beveiligingscontrole of het beveiligingsonderzoek van vracht of post.
2.
Indien de vracht of post zich bij de beveiligingscontrole of het beveiligingsonderzoek niet bevindt op een terrein waar de Koninklijke marechaussee is belast met de uitvoering van de politietaak, wordt in afwijking van het eerste lid van een onregelmatigheid onverwijld mededeling gedaan aan de politie.
3.
Van een onregelmatigheid is slechts sprake indien:
- a.
verboden voorwerpen in of bij de vracht of post worden aangetroffen die niet overeenkomstig door Onze Minister vast te stellen regels of te geven aanwijzingen zijn verpakt, of
- b.
blijkt dat de vracht of post de veiligheid van de burgerluchtvaart kan bedreigen als deze wordt vervoerd zoals kennelijk wordt beoogd.