Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/2184 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking)
Bijlage I Minimumvereisten voor parameterwaarden die worden gebruikt om de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water te beoordelen
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2020, L 435 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020/2184)
- Inwerkingtreding
12-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2020, L 435 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020/2184)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Deel A. Microbiologische parameters
Parameter | Parameterwaarde | Eenheid | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Intestinale enterokokken | 0 | aantal/100 ml | De eenheid voor water waarmee flessen of verpakkingen worden gevuld, is aantal/250 ml |
Escherichia coli (E. coli) | 0 | aantal/100 ml | De eenheid voor water waarmee flessen of verpakkingen worden gevuld, is aantal/250 ml |
Deel B. Chemische parameters
Parameter | Parameterwaarde | Eenheid | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Acrylamide | 0,10 | μg/l | De parameterwaarde van 0,10 μg/l heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximumvrijkoming van de overeenkomstige polymeer in contact met water. |
Antimoon | 10 | μg/l | |
Arseen | 10 | μg/l | |
Benzeen | 1,0 | μg/l | |
Benzo[a]pyreen | 0,010 | μg/l | |
Bisfenol A | 2,5 | μg/l | |
Boor | 1,5 | mg/l | Er wordt een parameterwaarde van 2,4 mg/l toegepast wanneer ontzilt water de voornaamste bron van het betrokken watervoorzieningssysteem is, of in regio's waar de geologische omstandigheden tot hoge concentraties boor in het grondwater zouden kunnen leiden. |
Bromaat | 10 | μg/l | |
Cadmium | 5,0 | μg/l | |
Chloraat | 0,25 | mg/l | Er wordt een parameterwaarde van 0,70 mg/l toegepast wanneer een desinfectiemethode die chloraat, met name chloordioxide, voortbrengt, wordt gebruikt voor het desinfecteren van voor menselijke consumptie bestemd water. Waar mogelijk streven de lidstaten, zonder dat evenwel de desinfectie in gevaar mag komen, naar een lagere waarde. Deze parameter wordt alleen gemeten indien dergelijke desinfectiemethoden worden toegepast. |
Chloriet | 0,25 | mg/l | Er wordt een parameterwaarde van 0,70 mg/l toegepast wanneer een desinfectiemethode die chloriet, met name chloordioxide, voortbrengt, wordt gebruikt voor het desinfecteren van voor menselijke consumptie bestemd water. Waar mogelijk streven de lidstaten, zonder dat evenwel de desinfectie in gevaar mag komen, naar een lagere waarde. Deze parameter wordt alleen gemeten indien dergelijke desinfectiemethoden worden toegepast. |
Chroom | 25 | μg/l | Uiterlijk op 12 januari 2036 moet aan de parameterwaarde van 25 μg/l worden voldaan. Tot die datum bedraagt de parameterwaarde voor chroom 50 μg/l. |
Koper | 2,0 | mg/l | |
Cyanide | 50 | μg/l | |
1,2-dichloorethaan | 3,0 | μg/l | |
Epichloorhydrine | 0,10 | μg/l | De parameterwaarde van 0,10 μg/l heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximumvrijkoming van de overeenkomstige polymeer in contact met water. |
Fluoride | 1,5 | mg/l | |
Gehalogeneerde azijnzuren (HAA's) | 60 | μg/l | Deze parameter wordt alleen gemeten wanneer desinfectiemethoden die HAA's kunnen voortbrengen, worden gebruikt voor het desinfecteren van voor menselijke consumptie bestemd water. Deze is de som van de volgende vijf representatieve stoffen: monochloor-, dichloor- en tricholoorazijnzuur, en mono- en dibroomazijnzuur. |
Lood | 5 | μg/l | Uiterlijk op 12 januari 2036 moet aan de parameterwaarde van 5 μg/l worden voldaan. Tot die datum bedraagt de parameterwaarde voor lood 10 μg/l. |
Na deze datum, wordt ten minste op het leveringspunt aan het huishoudelijk leidingnet aan de parameterwaarde van 5 μg/l voldaan. Voor de toepassing van artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder b), geldt de parameterwaarde van 5 μg/l aan de kraan. | |||
Kwik | 1,0 | μg/l | |
Microcystine-LR | 1,0 | μg/l | Deze parameter wordt alleen gemeten in geval van potentiële bloei in bronwater (stijgende dichtheid van cyanobacteriële cellen of bloeipotentieel). |
Nikkel | 20 | μg/l | |
Nitraat | 50 | mg/l | De lidstaten zorgen ervoor dat de voorwaarde [nitraat]/50 + [nitriet]/3 ≤ 1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2, vervuld wordt en dat aan de parameterwaarde van 0,10 mg/l voor nitriet voldaan wordt af waterbehandelingsinstallatie. |
Nitriet | 0,50 | mg/l | De lidstaten zorgen ervoor dat de voorwaarde [nitraat]/50 + [nitriet]/3 ≤ 1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2, vervuld wordt en dat aan de parameterwaarde van 0,10 mg/l voor nitriet voldaan wordt af waterbehandelingsinstallatie. |
Pesticiden | 0,10 | μg/l | Onder pesticiden worden verstaan:
en de metabolieten daarvan, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 32, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1) die als relevant worden beschouwd inzake voor menselijke consumptie bestemd water. Een metaboliet van een pesticide wordt inzake voor menselijke consumptie bestemd water als relevant beschouwd indien er reden is om aan te nemen dat de metaboliet intrinsieke eigenschappen heeft die vergelijkbaar zijn met die van de moederstof wat betreft de doelactiviteit van het pesticide, of dat hij (zelf of via zijn omzettingsproducten) een gezondheidsrisico voor consumenten vormt. |
De parameterwaarde van 0,10 μg/l geldt voor elk afzonderlijk pesticide. In het geval van aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide is de parameterwaarde 0,030 μg/l. De lidstaten bepalen een richtwaarde om de aanwezigheid van niet-relevante metabolieten van pesticiden in voor menselijke consumptie bestemd water te beheersen. Alleen pesticiden die naar alle waarschijnlijkheid in bepaald water voorkomen, moeten worden gecontroleerd. Op basis van de door de lidstaten gerapporteerde gegevens kan de Commissie een databank van pesticiden en de relevante metabolieten daarvan aanleggen waarbij rekening wordt gehouden met hun mogelijke aanwezigheid in voor menselijke consumptie bestemd water. | |||
Pesticiden totaal | 0,50 | μg/l | ‘Pesticiden totaal’ is de som voor alle afzonderlijke pesticiden, als gedefinieerd in de vorige rij, die bij de monitoringprocedure worden opgespoord en gekwantificeerd. |
PFAS totaal | 0,50 | μg/l | ‘PFAS totaal’ is het totaal van alle per- en polyfluoralkylstoffen. Deze parameterwaarde is slechts van toepassing zodra overeenkomstig artikel 13, lid 7, technische richtsnoeren voor de monitoring van deze parameter zijn ontwikkeld. De lidstaten kunnen dan besluiten om één of beide van de parameters: ‘PFAS totaal’ of ‘som van PFAS’ te gebruiken. |
Som van PFAS | 0,10 | μg/l | ‘Som van PFAS’ is de som van per- en polyfluoralkylstoffen die risicovol worden geacht in verband met voor menselijke consumptie bestemd water, en die zijn opgenomen in bijlage III, deel B, punt 3. Dit is een subcategorie van stoffen onder ‘PFAS totaal’ die een perfluoralkylgedeelte bevatten met drie of meer koolstofatomen (d.w.z. -CnF2n-, n ≥ 3), of een perfluoralkylethergedeelte met twee of meer koolstofatomen (d.w.z. -CnF2nOCmF2 m-, n en m ≥ 1). |
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen | 0,10 | μg/l | Som van de concentraties van de volgende gespecificeerde verbindingen: benzo[b]fluorantheen, benzo[k]fluorantheen, benzo[ghi]peryleen en indeno(1,2,3-cd)pyreen. |
Seleen | 20 | μg/l | Er wordt een parameterwaarde van 30 μg/l toegepast voor regio's waar de geologische omstandigheden tot hoge concentraties seleen in het grondwater zouden kunnen leiden. |
Tetrachlooretheen en trichlooretheen | 10 | μg/l | De som van de concentraties van deze twee parameters. |
Trihalomethanen totaal | 100 | μg/l | Waar mogelijk streven de lidstaten, zonder dat evenwel de desinfectie in gevaar mag komen, naar een lagere parameterwaarde. Deze is de som van de concentraties van de volgende gespecificeerde verbindingen: chloroform, bromoform, dibroomchloormethaan en broomdichloormethaan. |
Uraan | 30 | μg/l | |
Vinylchloride | 0,50 | μg/l | Deze parameterwaarde van 0,50 μg/l heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximumvrijkoming van de overeenkomstige polymeer in contact met water. |
Deel C. Indicatorparameters
Parameter | Parameterwaarde | Eenheid | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Aluminium | 200 | μg/l | |
Ammonium | 0,50 | mg/l | |
Chloride | 250 | mg/l | Het water zou niet corrosief mogen zijn. |
Clostridium perfringens (met inbegrip van sporen) | 0 | aantal/100 ml | Deze parameter wordt gemeten indien de risicobeoordeling aangeeft dat dit passend is. |
Kleur | Aanvaardbaar voor de consument en geen abnormale verandering | ||
Geleidingsvermogen voor elektriciteit | 2 500 | μS cm−1 bij 20 °C | Het water zou niet agressief mogen zijn. |
Waterstofionenconcentratie | ≥ 6,5 en ≤ 9,5 | pH-eenheden | Het water zou niet agressief mogen zijn. Voor niet-bruisend water in flessen of verpakkingen kan de minimumwaarde verlaagd worden tot 4,5 pH-eenheden. Voor water in flessen of verpakkingen dat van nature rijk is aan kooldioxide of kunstmatig verrijkt is met kooldioxide kan de minimumwaarde lager zijn. |
IJzer | 200 | μg/l | |
Mangaan | 50 | μg/l | |
Geur | Aanvaardbaar voor de consument en geen abnormale verandering | ||
Oxideerbaarheid | 5,0 | mg/l O2 | Deze parameter behoeft niet te worden gemeten indien de TOC-parameter wordt geanalyseerd. |
Sulfaat | 250 | mg/l | Het water zou niet corrosief mogen zijn. |
Natrium | 200 | mg/l | |
Smaak | Aanvaardbaar voor de consument en geen abnormale verandering | ||
Telling kolonies bij 22 °C | Geen abnormale verandering | ||
Colibacteriën | 0 | Aantal/100 ml | De eenheid voor water waarmee flessen of verpakkingen worden gevuld, is aantal/250 ml. |
Totale organische koolstof (TOC) | Geen abnormale verandering | Deze parameter behoeft niet te worden gemeten bij een waterlevering van minder dan 10 000 m3 per dag. | |
Troebelingsgraad | Aanvaardbaar voor de consument en geen abnormale verandering | ||
Het water zou niet agressief of corrosief mogen zijn. Dit geldt vooral voor water dat een behandeling ondergaat (demineralisatie, ontharding, membraanbehandeling, omgekeerde osmose enz.). | |||
Indien voor menselijke consumptie bestemd water wordt verkregen door een behandeling die een aanzienlijke demineralisatie of ontharding van het water inhoudt, kunnen calcium- en magnesiumzouten worden toegevoegd om het water te conditioneren teneinde eventuele negatieve gezondheidseffecten te beperken, de agressiviteit of corrosiviteit van water te verminderen en de smaak te verbeteren. Er kunnen minimumconcentraties van calcium en magnesium of van totaal opgeloste vaste stoffen in onthard of gedemineraliseerd water worden bepaald, rekening houdend met de kenmerken van water dat deze processen ondergaat. |
Deel D. Relevante parameters voor de risicobeoordeling van huishoudelijke leidingnetten
Parameter | Parameterwaarde | Eenheid | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Legionella | < 1 000 | kve/l | Deze parameterwaarde wordt vastgesteld voor de toepassing van de artikelen 10 en 14. De in deze artikelen bepaalde acties kunnen ook worden overwogen zelfs wanneer de waarde onder de parameterwaarde is, bijvoorbeeld bij infecties en uitbraken. In dergelijke gevallen zou de infectiebron moeten worden bevestigd en zou de soort Legionella moeten worden geïdentificeerd. |
Lood | 10 | μg/l | Deze parameterwaarde wordt vastgesteld voor de toepassing van de artikelen 10 en 14. De lidstaten dienen alles in het werk te stellen om uiterlijk op 12 januari 2036 de lagere streefwaarde van 5 μg/l te bereiken. |
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).