FED 2023/112:In gevallen waarin de bestuursrechter de boetebeschikking vernietigt, kan compensatie voor de schending van artikel 6 EVRM wegens overschrijding van de redelijke termijn van berechting niet worden verleend door vermindering van die boete. In een dergelijk geval geldt het volgende. Indien een boete van € 1000 of meer wordt vernietigd, kan compensatie voor de verdragsschending met overeenkomstige toepassing van artikel 8:73 Awb worden verleend in de vorm van een vergoeding van immateriële schade op eenzelfde wijze als in een zaak waarin geen boete aan de orde is. Daarvoor is op grond van artikel 8:73, lid 1, Awb een verzoek vereist. Indien zo’n verzoek niet is gedaan, kan worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn van artikel 6, lid 1 EVRM is overschreden. Hetzelfde geldt indien een boete van minder dan € 1000 wordt vernietigd.