Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 12 Grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens en intern recht
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
1.
De volgende bepalingen gelden voor het overbrengen over de landsgrenzen, met welk middel dan ook, van persoonsgegevens die langs geautomatiseerde weg worden verwerkt of die zijn verzameld met het doel deze een zodanige verwerking te doen ondergaan.
2.
Een Partij mag niet louter om wille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer het grensoverschrijdende verkeer van persoonsgegevens van haar grondgebied naar dat van een andere Partij verbieden of aan een speciale vergunning onderwerpen.
3.
Niettemin mag een Partij van het bepaalde in het tweede lid afwijken:
- a.
voor zover haar wetgeving een specifieke regeling voor bepaalde categorieën persoonsgegevens of geautomatiseerde bestanden van persoonsgegevens bevat uit hoofde van de aard van die gegevens of die bestanden, behalve wanneer de voorschriften van de andere Partij een gelijkwaardige bescherming bieden;
- b.
wanneer de overbrenging van haar grondgebied naar dat van een niet-verdragsluitende Staat plaatsvindt via het grondgebied van een andere Partij, ten einde te voorkomen dat zulke overbrengingen zouden leiden tot het omzeilen van de wetgeving van de aan het begin van dit lid bedoelde Partij.