Einde inhoudsopgave
Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2020
Bijlage I Tarieflijst Boetenormbedragen Bestuurlijke Boete Wet arbeid vreemdelingen
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2020
- Bronpublicatie:
20-03-2020, Stcrt. 2020, 18106 (uitgifte: 30-03-2020, regelingnummer: 2020-0000013079)
- Inwerkingtreding
31-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2020, Stcrt. 2020, 18106 (uitgifte: 30-03-2020, regelingnummer: 2020-0000013079)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
behorende bij artikel 1 van de Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2020
Artikel | Lid | Overtreding |
---|---|---|
2 | 1 | Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning; |
15a | De werkgever laat na om binnen 48 uren na een daartoe strekkende vordering van de toezichthouder de identiteit vast te stellen van een persoon van wie op grond van feiten en omstandigheden het vermoeden bestaat dat hij arbeid voor hem verricht of heeft verricht, aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en de toezichthouder te informeren door een afschrift van dit document te verstrekken. |
Overtreder | Boetenormbedrag |
---|---|
Natuurlijk persoon, die een huishoudelijke of persoonlijke dienst laat verrichten | € 2.000 |
Natuurlijk persoon, die handelt uit ambt, beroep of bedrijf | € 4.000 |
Stichting of vereniging met algemeen nut beogende doelstelling, waarbij sprake is van arbeid in de niet-zakelijke sfeer. Onder arbeid in de niet-zakelijke sfeer wordt verstaan arbeid die niet bedrijfsmatig van aard is en niet gericht is op het verwerven van inkomsten. | € 4.000 |
Feitelijk leidinggevende die leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging | € 6.000 |
Overige rechtspersonen of daarmee gelijkgestelden | € 8.000 |
Artikel | Lid | Overtreding | Boetenormbedrag |
---|---|---|---|
2a | 1 | Een werkgever die een vreemdeling arbeid in Nederland laat verrichten, ten aanzien waarvan het verbod, bedoeld in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen niet geldt, is verplicht dit gegeven schriftelijk te melden ten minste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden aan een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie, onder overlegging van een verklaring en bewijsstukken; | € 1.500 |
15 | 1 | Indien de werkgever door een vreemdeling arbeid laat verrichten waarbij die arbeid feitelijk wordt verricht bij een andere werkgever, draagt de eerstgenoemde werkgever er bij aanvang van de arbeid onverwijld zorg voor dat de andere werkgever een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling ontvangt; | € 1.500 |
15 | 2 | De werkgever die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid ontvangt, stelt de identiteit van de vreemdeling vast aan de hand van het genoemde document en neemt het afschrift op in de administratie; | € 1.500 |
15 | 4 | De werkgever bedoeld in het tweede lid, bewaart het afschrift tot tenminste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeid door de vreemdeling is beëindigd; | € 1.500 |
15 | 5 | De vreemdeling verstrekt een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht aan de werkgever, die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt, en stelt die werkgever in de gelegenheid een afschrift van dit document te maken; | € 225 |