RvdW 2009, 621
Aansprakelijkheid faillisementscurator q.q. en pro se. Ontvankelijkheid curator pro se in incidentele cassatieberoep; partij in zin art. 398 Rv.? Ernstig verwijt in geval van ontbreken kwade trouw? Causaal verband; vereisten; alternatieve causaliteit.
HR 08-05-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1191
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 mei 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/01359
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BH1191
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH1191, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑05‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH1191, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2009
Essentie
Aansprakelijkheid faillisementscurator q.q. en pro se. Ontvankelijkheid curator pro se in incidentele cassatieberoep; partij in zin art. 398 Rv.? Ernstig verwijt in geval van ontbreken kwade trouw? Causaal verband; vereisten; alternatieve causaliteit.
Nu de vordering in reconventie uitsluitend is ingesteld door de curator q.q. en het tegen de afwijzing van die vordering ingestelde incidentele hoger beroep eveneens uitsluitend door de curator q.q. is ingesteld, is de curator pro se geen partij geweest in het incidentele hoger beroep zodat het incidentele cassatieberoep niet-ontvankelijk is voor zover dit door de curator pro se is ingesteld en gericht tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.