BNB 2023/65
Bedrijfsopvolgingsregeling. Voortzettingsvereiste. Verhuur van de voorheen zelf geëxploiteerde onderneming
HR 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1793, m.nt. J.P. Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/03796
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
J.P. Boer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS698506:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑12‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1793, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:523, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑05‑2022
- Wetingang
Art. 35e lid 1 onderdeel c onder 3° Successiewet 1956
Essentie
Bedrijfsopvolgingsregeling. Voortzettingsvereiste. Verhuur van de voorheen zelf geëxploiteerde onderneming
Samenvatting
Eind 2014 heeft de vader van belanghebbende alle aandelen in een holding geschonken aan belanghebbende. Op het moment van schenking hield de holding alle aandelen in een BV. Deze BV was eigenaar van een benzineservicestation dat zij verhuurde aan haar dochtermaatschappij, die het exploiteerde. In oktober 2015 hebben de BV’s het servicestation verhuurd aan een derde. Belanghebbende heeft ten aanzien van de schenking een beroep gedaan op de bedrijfsopvolgingsregeling. Omdat volgens de Inspecteur door de overgang naar verhuur geen sprake is van voortgezet ondernemerschap heeft hij belanghebbende die faciliteit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.