Einde inhoudsopgave
Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren
Artikel 2.8 Procedures in verband met het loodsen op afstand
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
11-12-2013, Stb. 2013, 553 (uitgifte: 19-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2013, Stb. 2013, 553 (uitgifte: 19-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
De met het loodsen van een schip belaste registerloods doet onverwijld melding aan de daartoe door het bestuur van een regionale loodsencorporatie aangewezen registerloods, indien zich een voor het loodsen op afstand genoemde omstandigheid als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, voordoet.
2.
De aangewezen registerloods, bedoeld in het eerste lid, geeft een door hem ontvangen melding onverwijld door aan de bevoegde autoriteit, indien hij eveneens van oordeel is dat er sprake is van een dergelijke omstandigheid.
3.
Het loodsen op afstand, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, vangt pas aan nadat de aangewezen registerloods, bedoeld in het eerste lid, de met het loodsen op afstand belaste registerloods heeft bericht dat hij de melding, bedoeld in het tweede lid, heeft gedaan.
4.
Het loodsen op afstand, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel c, vangt pas aan, nadat de registerloods melding heeft gedaan aan de bevoegde autoriteit van de noodzaak daartoe.
5.
Het loodsen op afstand, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel d, vangt pas aan nadat de bevoegde autoriteit daartoe toestemming heeft gegeven.