Aansprakelijkstelling bestuurders uitzendbureau terecht

Documentgegevens:

Rb. Zeeland-West-Brabant 13-02-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:1061

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum: 13 februari 2019
Magistraten: Mr. M.R.T. Pauwels
Zaaknummer: BRE 16/3532
BRE 16/3533
BRE 16/3534
BRE 16/3535
BRE 16/3572
BRE 16/3573
Vakgebied(en): Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Brondocumenten: ECLI:NL:RBZWB:2019:1061, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13‑02‑2019
Wetingang: Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 6)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 4:8)Invorderingswet 1990 (BWBR0004770, 1)Invorderingswet 1990 (BWBR0004770, 32)Invorderingswet 1990 (BWBR0004770, 36)

Essentie

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat de bestuurders van een uitzendbureau terecht aansprakelijk zijn gesteld voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen loonheffingen. Er is sprake van aan hen te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Samenvatting

Belanghebbenden zijn de bestuurders van een uitzendbureau. Bij een boekenonderzoek bij het uitzendbureau worden fouten in de afgedragen loonheffing geconstateerd. Gevolg zijn de naheffingsaanslagen loonheffingen (jaren 2011 tot en met 2013) waarmee de te weinig afgedragen loonheffing wordt gecorrigeerd. Ook wordt een vergrijpboete (jaar 2013) opgelegd. De naheffingsaanslagen en vergrijpboete blijven onbetaald. Op 31 mei 2013 meldt het uitzendbureau dat zij de verschuldigde loonheffingen niet kan voldoen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.