Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
74.2.1 Zekerheid en artikel 25, vijfde lid, van de wet
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Inwerkingtreding
03-07-2012, terugwerkend tot: 01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Naast de normale vormen van zekerheid, kan zekerheidstelling ook plaatsvinden door verpanding van het pensioenkapitaal aan de Belastingdienst, mits de buitenlandse verzekeraar instemt met die verpanding.
In dit verband wordt gewezen op artikel 64, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Pensioenwet dat een zodanige verpanding voor pensioenen mogelijk maakt. Overigens geldt dat verpanding van het pensioenkapitaal in het kader van artikel 25, vijfde lid, van de wet geen handeling is die tot invordering van de conserverende belastingaanslag leidt.
In aanvulling op artikel 1e, tweede lid, van de regeling kan zekerheidstelling door de belastingschuldige achterwege blijven, als er sprake is van emigratie én waardeoverdracht van kapitaal aan een buitenlandse, niet in een EU-lidstaat gevestigde, aangewezen verzekeraar of pensioenfonds, welke zich heeft verplicht tot het verschaffen van inlichtingen en tot het stellen van zekerheid.