Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 6a.2.1 Ontneming recht op examinering educatie
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2011, 656 (uitgifte: 28-12-2011, kamerstukken: 32558)
- Inwerkingtreding
01-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2012, Stb. 2012, 92 (uitgifte: 13-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Onze Minister kan aan een instelling het recht op examinering van een opleiding educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, ontnemen, indien
- a.
de kwaliteit van de examens van die opleiding langer dan één jaar onvoldoende is geweest, of
- b.
niet of niet meer wordt voldaan aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald ten aanzien van de examens.
2.
Bij de ontneming van het recht, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald met ingang van welk tijdstip dit geschiedt. Het besluit tot ontneming van het recht op examinering wordt openbaar gemaakt.
3.
Voordat Onze Minister een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, geeft hij het bevoegd gezag een waarschuwing op grond van zijn bevindingen over de kwaliteit van de examinering, onder bepaling van de termijn waarbinnen aan die waarschuwing gevolg moet zijn gegeven. Artikel 6.1.5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het bevoegd gezag kan niet eerder dan na verloop van drie studiejaren na het besluit tot ontneming, bedoeld in het eerste lid, het recht op examinering opnieuw verkrijgen. Artikel 1.4a.1 is van overeenkomstige toepassing.
5.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op instellingen als bedoeld in artikel 1.4a.1.