HR, 30-09-2016, nr. 16/02115
ECLI:NL:HR:2016:2210
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30-09-2016
- Zaaknummer
16/02115
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2210, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2016; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
Uitspraak 30‑09‑2016
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
30 september 2016
Nr. 16/02115
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 februari 2016, nr. BRE 15/164, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 17 juli 2015 betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
Om redenen van proceseconomie zal de Hoge Raad in het midden laten of belanghebbende ten aanzien van het verschuldigde griffierecht een beroep kan doen op betalingsonmacht.
2. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2016.