Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
Artikel 26 Nooddocumenten voor niet-Nederlanders als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
18-07-2021, Stcrt. 2021, 35364 (uitgifte: 23-07-2021, regelingnummer: 2021-0000374855)
- Inwerkingtreding
02-08-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2021, Stcrt. 2021, 35364 (uitgifte: 23-07-2021, regelingnummer: 2021-0000374855)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Op het vaststellen van de aanspraak van een vreemdeling op een nooddocument zijn artikel 2.6 van het besluit en artikel 14, tweede lid, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. De Minister van Buitenlandse Zaken verifieert de in de aanvraag vermelde gegevens bij:
- a.
de Minister van Justitie, indien de aanvrager tot het Europese of Caribische deel van Nederland is toegelaten;
- b.
de Gouverneur, indien de aanvrager in Aruba, Curaçao of Sint Maarten is toegelaten.
2.
Aan een in het eerste lid bedoelde persoon, die aanspraak heeft op verstrekking van een nooddocument, wordt een laissez-passer verstrekt.