Richtlijn 2008/44/EG tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus en prothioconazool op te nemen als werkzame stoffen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2008
- Bronpublicatie:
04-04-2008, PbEU 2008, L 94 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/44/EG)
- Inwerkingtreding
01-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2008, PbEU 2008, L 94 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/44/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De lidstaten moeten overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool als werkzame stof bevatten, vóór 31 januari 2009 wijzigen of intrekken. Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name dat aan de voorwaarden van bijlage I bij die richtlijn met betrekking tot respectievelijk benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de teksten betreffende die werkzame stoffen, en dat de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13, lid 2, van die richtlijn aan de voorwaarden van bijlage II bij die richtlijn voldoet.
2.
In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst van bijlage I bij die richtlijn ten aanzien van benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 juli 2008 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Op basis van die evaluatie bepalen zij of het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG.
Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:
- a)
wanneer het een product betreft dat benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool als enige werkzame stof bevat, indien nodig en uiterlijk op 31 januari 2010 de toelating wordt gewijzigd of ingetrokken; of
- b)
wanneer het een product betreft dat naast benthiavalicarb, boscalid, carvon, fluoxastrobin, Paecilomyces lilacinus of prothioconazool nog andere werkzame stoffen bevat, de toelating zo nodig wordt gewijzigd of ingetrokken, en wel uiterlijk op 31 januari 2010 of, mocht dit later zijn, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de respectieve richtlijn of richtlijnen waarbij de stof of stoffen in kwestie aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is of zijn toegevoegd.