Einde inhoudsopgave
Statuut van het Internationaal Gerechtshof
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 24-07-1987
- Bronpublicatie:
24-07-1987, Trb. 1987, 114 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-07-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-1987, Trb. 1987, 114 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Indien, na de derde bijeenkomst, nog één of meer zetels onbezet blijven, kan op verzoek van de Algemene Vergadering of van de Veiligheidsraad te allen tijde een bemiddelingscommissie worden gevormd van zes leden, van wie er drie door de Algemene Vergadering en drie door de Veiligheidsraad worden benoemd, met het doel met een volstrekte meerderheid van stemmen voor elke nog onbezette zetel één naam te kiezen en die aan de Algemene Vergadering en aan de Veiligheidsraad voor te leggen te hunner onderscheiden goedkeuring.
2.
Indien de bemiddelingscommissie het met eenparigheid van stemmen eens wordt over een persoon die aan de gestelde eisen voldoet, kan deze op de lijst van de commissie worden geplaatst, ook al kwam hij niet voor op de in artikel 7 bedoelde kandidatenlijst.
3.
Indien de bemiddelingscommissie ervan overtuigd is dat haar pogingen tot een verkiezing te komen niet met succes zullen worden bekroond, gaan de reeds verkozen leden van het Hof, binnen een door de Veiligheidsraad vast te stellen termijn, over tot het bezetten van de nog opengebleven zetels, door een keuze te doen uit de kandidaten die hetzij in de Algemene Vergadering, hetzij in de Veiligheidsraad stemmen op zich hebben verenigd.
4.
Indien onder de rechters de stemmen staken, geeft de stem van de in jaren oudste rechter de doorslag.